Om mijn hoofd heen
zwermen gaten
van verleden
ze zoeken zich
Alle gaten
blijven gaten
want het grote
vergeten is
Vergeten in
alle beelden
die je dacht bij
je te dragen
Verhalen van
vroeger zijn de
gaten gevuld
met fantasie
Om mijn hoofd heen
zwermen gaten
van verleden
ze zoeken zich
Alle gaten
blijven gaten
want het grote
vergeten is
Vergeten in
alle beelden
die je dacht bij
je te dragen
Verhalen van
vroeger zijn de
gaten gevuld
met fantasie
De pen krast de
herinnering
op het papier
daar komen ze
De verhalen
van toen ontstaan
spontaan woord voor
woord groeien ze
Aan tot grote
koralen van
verhalen in
nu geboren
Verschijnen ze
hier op papier
nog halfzachte
eitjes niet gaar
Maar genoeg voor
mijzelf zeggen
ze precies wat
is weggestopt
Kijk daar op dat
hekje zwoeren
we elkaar trouw
onder bomen
Bij de gracht van
huis almelo
onder het blad
van de beuken
Gingen ringen
over en weer
van vinger naar
de ringvinger
Ze vertelde
het haar ik wist
het niet meer en
voelde schaamte
Nu ik er weer
over denk weet
ik hoe het ging
zie ons daar staan
Niemand wist van
ons geheim we
zoenden het blad
moest nog komen
Het pad ligt er
onbedorven
bij vandaag is
ze niet geweest
De bomen langs
het laantje zie
ik druppelen
het morgenlicht
De zon wil niet
echt doorbreken
ze dwaalt voor mijn
geest af het huis
Ze doet de deur
open het slot
kraakt en kust mij
een goedendag
Hoe het komt dat
ik het niet kan
vergeten de
bomen zijn weg
Net als de weg
opgelost in
de nieuwbouwwijk
die er nu staat
Ik zoek maar blijf
steken in een
herinnering
van iets naar niets
Ik volg de gracht
op zoek naar je
voetstappen een
laatste roering
Zwanen zwemmen
hun kop vooruit
vleugels statig
de tred rustig
Auto's steken
bruggen over
een voetganger
stopt bij een pand
Van jou is niet
meer dan felix
meritus en
herinnering
De geur van good
old memories
zweeft rond mijn hoofd
ik snuif het op
Op mijn kamer
ergens in het
leiden speel ik
harmonium
De toonladders
preluderen
een lieve lust
trappers hijgen
Tot ver in de
hal staan ze en
luisteren naar
mijn herriewals
Het is stil op
straat zelfs de rij
auto's voor het
stoplicht wachten
Tot ik klaar ben
het applaus zwelt
open ik voel
mij onwijs trots
Nu verstop ik
mij op zolder
tussen tongen
speel ik gedwee
De lofzang in
de stilte van
het alleen zijn
slurp ik muziek
Ze doemen op
demonen uit
een verleden
tijd monsteren
Ze groeien groots
uit de schriftjes
van een jaar of
twintig terug
De namen staan
priegelletters
bladzijden zijn
eruit gescheurd
Maar de grootste
demoon prijkt op
elke bladzij
in drie letters
Soms vier of vijf
overal is
hij zelfs in de
diepste dalen
Het is of ik
een ander lees
maar het is de
verleden tijd
Hij zwerft in mijn
gedachten rond
heeft mij gevormd
en wild gekneed
Nu kan ik weer
verder gaan de
demoon blijft daar
in de schriftjes
Het leven dat
korrelt onder
mijn voeten op
roestige rails
Een monument
van bloemen en
kaartjes hangt aan
de hekspijlen
De sneeuw probeert
de kaarsjes te
verstoppen in
de witte laag
De vraagtekens
op de briefjes
blijven staan net
als haar foto
Dan dendert de
sneltram voorbij
het kwaad verdwijnt
in de tunnel
Ik droomde de
lange weg naar
almelo en
ging weer terug
De regen viel
in miezer op
de autoruit
sloegen wissers
Het donker in
scheen het licht op
de stralen zag
ik water gaan
De treurnis hing
vooruit het licht
verdween in de
herinnering
Heb mijn vroeger
eens proberen
op te schrijven
in een gedicht
Voor het eerste
woord geschreven
stond was het al
ver verdwenen
Dreven zinnen
losse schroeven
een vlot van het
vroeger voer af
Ik schreef opnieuw
het verleden
verdween in een
pennenstreek weg
Ik kocht laatst een
boekje bij de
kringloopwinkel
van amstelveen
Ik bladerde
het boekje en
snoof de geur van
jaren terug
Ik stond in de
kamer van mijn
grootouders de
lage tafel
Waarop glazen
stonden in de
bakjes lagen
noot en pinda
Op het perzisch
tapijt bruiste
ik wat sinas
over het glas
Mijn oma met
doekje depte
het leed op van
kleed en tafel
Wenken voor de
jongste dag staat
op kaft van het
gekochte boek
Ik zie de rook
van sigaren
en de tv
blaast songs of praise
Nog eens ruik ik
verleden in
mijn longen lang
zal ze leven
De foto's uit
verleden tijd
kleven door zijn
handen vandaag
Reizen reizen
opnieuw in de
herinnering
gaat hij terug
De warme zon
op piazza
san marco en
de vier paarden
Ziet hij boven
de ingang hoog
steigeren op
de messias
De was hangt hoog
boven water
te drogen en
geurt in het wit
Dan schuift de plaat
door naar een heus
panorama
scheef in het beeld
Hier vertelt de
herinnering
een mooier beeld
dan dit plaatje