Elke dag een haiku of gedicht mét foto van de wolkenhemel
hogerop een beetje kleur
de rij planeten
in de donkere wolken
snauwt een vuurpijl hoog
vallen voor de buien uit
de hoop loert van hoog
kleine druppels op het raam
het grijze licht door
na het andere kruist door
de vroege morgen
strelen over boomtoppen
een rand woud glanst goud
onder de champignonsaus
de kalkoen ziet niks
de hemel een pyjama
het bos een gordijn
op de spikkels motregen
drijft een stortbuitje
goudgele kerstballen rond
nog een paar dagen
aan het kortste eindje
zonneommekeer
brengen hem hoog in de kruin
de boomkunstenaar
een symfonie met de zon
da capo al fine
stem en snaar zoeken elkaar
de toon gevonden
dunne lijntjes in de lucht
witte tekening
tegen de blauwe hemel
spiegelen wolken
wat eerder donker
morgen schijnt ze weer
stralen voor de zon
achter de toren
door het versgevroren gras
zwaait de winter vast
elk hectometerpaaltje
zit een roofvogel
op de grijze achtergrond
hemel vol vlekken
op de kale planten
kleven kristallen
in een hoekje van het schrift
dit klein gedichtje
de wolken gordijnen heen
een sneeuwrandje licht
spiegelei in de wolken
gebakken lucht
bolt de zon lange slagen
licht in de zeilen
hemelsdik het zonlicht weg
dag paarse mijter
net iets donkerder
ontsnapt de rest
over het kale land
zwoegt alleen de fietser
blaast de motregen
zachte druppels nat
een klein blauw gaatje verdwijnt
in zachte wolken
vliegt een kiekendief gelijk
op met mijn fietsen
aan je voeten likt de mist
de dag wat korter
een goudkleurig vogeltje
nee toch een blaadje
kluwen vinnig uit de grond
statige obstakels
knipoogt de zon laagjes
vergulde bomen
de zon een zachte regen
ladders licht omhoog
in de zon van wit naar grijs
de wende wachtend
het donkere gordijn dicht
voor de regen valt
in wolken grijs en donker
ontsnapt ietsje blauw
de regen onder de mist
flarden lichtjes aan
een bed gele bladeren
ginkgo confetti
een schaduw op de weg
een lange lat
in de ochtendschemering
lichten ze voor zon
schijnt de ondergaande zon
een zachtrode groet
naast elkaar op het fietspad
de zon tegemoet
een symfonie rollende
banden op asfalt
op een zuchtje wind omlaag
ploft het op de grond
dunne veren wolken
fladderen omhoog
door het dikke wolkendek
priemt een feller oog