de wolken varen
naar de opkomende zon
de haven in zicht
tot alles samenklontert
een dikke wolkenfile
de huishoudtrap op
over de ramen een zeem
streeploos opgedroogd
het voorjaar begint
als door het kale bos
de tjiftjaf zingt
aan de waterkant
flirten witte bloemetjes
naar de wolkenlucht
vanmorgen een uur
eerder opgestaan
is iedereen al op
verwaaide blaadjes
bloesem van de amandel
liggen in het gras
verloren handschoen
gevonden opgehangen
een middelvinger