Elke dag een haiku of gedicht mét foto van de wolkenhemel
nog na van warme dagen
verkwikt afgekoeld
een stroom koele lucht
waait het huis binnen
betrapt in een wimperknip
doorschijnend wolkje
de hemel een groot blauw scherm
waar blijven ze toch
op warme zonnestralen
hemels kampvuurtje
bolle wangen in het blauw
de kersen zijn rijp
tussen het blauw en strepen
van warmte op komst
woorden en regels met wit
een open plek dicht
stralen zonnestralen
een vraagteken - ? -
midzomernachtdroom van goud
vol licht en schaduw
onstuimig snuift en briest
als je gedachten
kippenvel op blauwe huid
moedervlek de zon
alle stralen om mij heen
aureool van goud
kriebel kattenharen in
een blauw hemelbed
boekdelen
dikke ruggen
lezen de lucht blauw
wolken rond de zon wijzen
zomerschatten
het doorzichtig laken
verbleekt de zon
achter stapeltjes wolken
de zomerschatten
velden door de zon
de zomer droomt op
even door de zon
tevreden glimlach
witte glimmende lichtjes
de vlag neer
lange lijnen
strepen in het blauw
over vlekken in het blauw
zon in het midden
wolken doen en laten wat ze
niet laten kunnen
tekenen accolades
en laten het licht
verzwijgt vurige tongen
en regenbuien
hoe je bent losgekomen
van de regenbui
achter elkaar tuffen ze
een treintje wolken
klein wolkje schuift voor de zon
voor de regen valt
een spel met zon en schaduw
wat verder hoog blijft
barsten in het luchtplafond
blauwe schermutsen
licht en donker schijnen op
wat verder stapt zon
schuift wat verder voor de zon
vurige vonkbol
rondjes rond de zon
hallo halo
dan vouwt de dag open
langs zonnestralen
wolkjes dobberen in blauw
of er valt een bui
huilen wolken leeg en dan
waterval van licht
naar hemelhoge wolken
klim van top naar top
zwaaien en lachen wolken
een extra wasje
achter het witte gordijn
het blauwe behang
door grijze wolkenwaas
stapt een loopneus
een knipoog voor de zon
lange wenkbrauwen
aanraken verandert goud
als de avond valt
tranen van verbijstering
op Groninger grond
zalig veel flarden
lucht onder haar kinnetje
opgeklopt wolkje
grijze deken hagelslag
op de boterham
schijnt de zon mij toe
een licht blafje
een klein gaatje blauw piept door
het wolkengordijn
om de warme brij zwermen
dekentjes verdriet