Elke dag een haiku of gedicht mét foto van de wolkenhemel
een zalig uiteinde
voor het weer begint
op de losse flodders
enkel knallen
sputtert in zachte regen
knijpt de domtoren
een oogje toe
de rietkragen een spiegel
van zachte wolken
verwijzen vliegend een vee
door de grijze lucht
een sliert van engelenhaar
vergrijst hemelhoog
niks van o kerstnacht schoner
dagen de wolken
ja, daar springt de zon vurig
een gat in de lucht
witte flarden om zich heen
een zon van wolken
midden in de regenbui
grijzen de wolken
wolken tegen de haren
het verst dichterbij
wolken lossen op
als je thuiskomt
een reepje zonsondergang
voor het weer duistert
schijnt voornaam achter flarden
wolken een zoeklicht
tussen de grijze wolken
verschijnt de maan vol
de zon zoekt zo ver als kan
een dun streepje dag
op wolken grijs stapelt grijs
onder stapelt grijs
het grijze wolkendek
veert lichtjes op
in het donkere water
rode knotwilgen
de dag door grijze wolken
lampjes knijpen licht
een klein hoekje in
de grijze wolkenzak
verstopt de sleutel
glimmen de wolken zilver
grijze ijzertijd
de wilgenhut in vorm
takje hier, gaatje daar
kruipdoor sluipdoor
de wolken
kijken donker toe
vergeeld, grijs, blauw en licht
vlekken hemels
achter het grijze gordijn
wacht de lichtwende
strelen de koude wangen
een blauw wolkengat
einde lucht begin kasteel
wolken grinniken
ketsen tegen wolkrn
een regenboog
het niet aan de grootste klok
de zon klepelt licht
tussen de wolkengolven
vallen de gaten
verschijnen voor de hemel
zonnescherm voor zon
buitelend over elkaar
kletteren regen
zonnestralen spetteren
op het natte raam
herbergt kattenstreken
de wolken voorbij
kale takken van de boom
dwarrelend dwalend
de zon een mysterie
vandaag niet gezien
hete bliksem van wolken
kijk uit een bui valt
koude regenbuien
om te huilen
vliegen de ganzen
in een v vooruit
vleugels van de dageraad
zwaait een zonnegroet
gouden koppen hemelhoog
dwars voor de zon heen
een miezer in het gezicht
slaat het land donker
de novemberdagen tot
een grijze massa
loert stiekem al door het kaal
takken zonder blad
toe, geef me een zonnetje
zo vol op de mond
omhelzen wolken
de maan heeft vleugels
blauw tussen de tanden
eindelijk de zon
alle kleuren vallen weg
vlekken arena