"Zeg eens, raadselachtige man, van wie houd je het meest? Van je vader, je moeder, je zuster of je broer?"
"Ik heb geen vader, geen moeder, geen zuster en ook geen broer."
"En je vrienden?"
"Daar gebruikt u een woord waarvan de betekenis me tot op de dag van vandaag duister is gebleven."
"Je vaderland dan?"
"Ik weet niet in welke luchtstreek dat ligt."
"De schoonheid?"
"Daar zou ik graag van houden, want ze is goddelijk en onsterfelijk."
"En goud?"
"Dat haat ik zoals u God haat."
"Wat! Maar waar houd je dan wel van, zonderling die je bent?"
"Ik houd van de wolken… de wolken die voorbijgaan… daarginds… daarginds… die schitterende wolken!"
Op blz. 9 van de bundel 'Dronken van weemoed', oftewel 'Le spleen de Paris'
door Charles Baudelaire.
Deze blogbijdrage is ingezonden door www.petepel.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten