Gastblog van Irma Pijpers-Hoogendoorn
Het is al avond als ik mijn warme huis verlaat op weg naar koor. Het koor repeteert in Leiden, terwijl ik in Alphen woon. Dus moet ik met de trein. Met moeite kan ik me losrukken van de warme bank waar ik best een avondje op had willen hangen.
Met tegenzin fiets ik naar het station, check in en wacht op het geel met blauwe vervoersmiddel dat me naar Leiden moet brengen. Hij is vertraagd, what else is new.
Opeens verschijnt iets ander geel met blauws in mijn ooghoek. Het zijn de laatste stralen van de ondergaande zon die de paar wolkjes die er zijn nog verlichten. De zon zelf is al verdwenen achter de horizon.
Nog net kan ik ervan genieten als er toch een geel met blauwe trein binnenkomt. Het is de trein naar Gouda, die ik niet moet hebben. Daardoor baal ik dat ik de lucht niet meer kan zien. Maar als ik goed door het geel met blauw van de Sprinter heen kijk, zie ik gelukkig toch nog de laatste stralen geel in het blauw van de nacht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten