de scholekster roept
boven het stadhuis
zwaaien de wolken
De stad is een
jungle kijk uit
daar schieten de
auto's voorbij
Roekeloos gaan
ze langs je heen
voor je het weet
grijpen ze je
Bij de kladden
en blijft weinig
meer van je dan
hoopje botten
Vol verdriet dat
in druppels bloed
de weg markeert
en zal doodgaan
Leugens zijn het
want ze duiken
overal op
massa's mensen
Zelfs in het groen
onherbergzaam
woeste landschap
doemen ze op
Het binnenland
droogt op tot een
grote speeltuin
met wat natuur
De wildernis
ligt in de stad
waar het echte
gevaar rondloopt
Ze lag voor mij
de stad op haar
zij rolde ze
in het zonlicht
De zon scheen warm
voor de tijd van
het jaar en ze
lag bevallig
De stekige
borsten wezen
half omhoog haar
buik eronder
Een knipoog kreeg
ik al waren
haar ogen wat
toegespleten
De zon scheen op
haar blanke huid
met haar vingers
streelde ze lucht
In het water
kabbelde ze
beminnelijk
voor haar leeftijd
Sommigen die
vinden je te
jong en daarom
schuwen ze je
Ik houd van je
spel met water
je huid glimt van
het natte vocht
Met je lange
benen kroel je
tegen bomen
je tenen diep
In de verte
wiebelt verkeer
terug naar huis
zonder dit zicht
Alleen wij zien
dit genieten
sluiten armen
samen verliefd