Elke dag een haiku of gedicht mét foto van de wolkenhemel
tussen 2 wolkenbillen
blikt een brillenman
slaat open
als de zon straalt
lachen gaten blauw
straffe strepen in het blauw
licht wolkenbedje
drukt een vingerafdruk
in de blauwe lucht
schuift de dag blauwtjes voorbij
kille koude wind
van scheve schetenbeetjes
glimlachen naar zon
op blauwe zonnestralen
vliegt hoog we zien wel
lijkt oneindig dichtbij
voorjaar springt naar zomer
vegen wolkstrepen op blauw
het groen grinnikt
zwaait de dag een halve haal
voor de zon verdwijnt
schuiven wolken naar de zon
het gordijn blijft toe
smullen van het voorjaar
hapje uit de zon
over de natte akker
beregent de straal
waarin strepen wit zweven
sporen vliegtuigen
in het licht van de wolken
geeuwen vliegtuigen
de zon kleine cirkeltjes
rond blijven lopen
vege strepen in de lucht
wolken glimlachen
bouwen woestijnkastelen
fata morgana
warme stralen strelen
winter uit het lijf
streept een dun stipje wolken
mooiweereilanden
op je wang vlamt het voorjaar
nu willen we
danst de zon op golfjes
spiegel van de lucht
dobbert de zon ochtendstond
de morgen komt op
met de troebele wolken
wil wind niet liggen
ongenadig koud
snijdt de wind
over koude bolletjes
wellen mutsjes wol
helderwit naar grijs naar blauw
bedje van parels
de zon in dunne stralen
lekken lichtvlekken
dunne strepen wit in blauw
de zon een verfpot
een aureool rond de zon
voorjaar onderweg
strelen witte winterhuid
wolkjes glimlachen
het bleke vel bloost rozig
ga je met me mee
steeds eerder en langer licht
gordijn gaat open
schijn voor mij de hele nacht
tot morgen verschijnt
zacht bevroren druppeltjes
wolkendekentje
de zon draait een passer rond
voor ze onder gaat
met warme hand schijnt het licht
dwars door wolkengruis
zachte wolkendeken
zoekt een warme zon
de wolken liefdevol
onder de kin
weiden grazige hoogten
de zon een herder
kushandjes in de lucht
de wind zwaait terug
in de lucht begint een vlucht
blijf nog even hier
op het ondergaande licht
een wolkentapijtje
haar gebreide wolken wol
blauw gat in de trui
dweilen volle strepen nat
veel te vroeg gejuicht
achter de koolmeesjes aan
de winterjas uit
druppeltjes sproetregen
glitters in grijs haar
de wolken met een vaartje
vormen hem een kroon
de wolkenmannetjes
touwen van draden
op het gouden uur
steelt het moment