klotsende golven
de wind kneedt haar billen rond
knipoogjes wolken
Dreigend vertelt
de lucht dat ik
moet opschieten
voor de bui valt
Ik loop vooruit
teckels volgen
mij ik zie de
regen vallen
Door bladloze
takken hoor ik
regen ruizen
het is te laat
Maar we houden
water weg als
door een wonder
drijf ik droog thuis
De sneeuw daalde
met een ijzig
vaartje uit de
witte hemel
Vlokken bliezen
het gezicht vol
de wangen rood
het zicht verdween
We liepen de
halsband los van
de honden daar
buitelden ze
Het veld was te
klein voor de bom
van energie
die uit ze schoot
Ze renden door
het bosje de
takken stonden
als bomen recht
Ik moest ze maar
laten gaan er
was geen houden
aan met de twee
Zo verdwenen
ze in de mist
van sneeuwvlokken
losten ze op