donderdag 31 maart 2011

Lentemarkt


Wie biedt er meer
speelgoed of een
avondje uit
voor de bieder

In een ander
lokaal stapelt
een kind van vijf
appels omhoog

Het geld voor het
goede doel schudt
de geldbuidels
wat sneller leeg

De lentemarkt
brengt het voorjaar
in het hart en
buiten stormt het

woensdag 30 maart 2011

Aangifte

Ik kijk op en zie
hoe je nog even
over mijn neus streelt

Dan proest je het uit
de avond komt nog
maar jij weet beter

Druk mij snel tegen 
je aan dan kan ik 
de aangifte doen

dinsdag 29 maart 2011

Flarden ochtend

Ik verberg mij
in de flarden
die opstijgen
uit het grasveld

De dag begroet
de kou met een
steek warm genoeg
voor het vertrek

Hoe beter ik
kijk hoe verder
ik zie een huis
een boom de dag

maandag 28 maart 2011

Terughalen

Ik haal het moment
steeds maar terug
mocht je hier nog
maar eventjes zijn

Licht haalt de adem
uit het neusgat en
verzucht je gekreun
als je sliep liep je

Het eten is ingeleverd
ik zoek de laatste
sporen maar die kleven
alleen aan herinnering

zondag 27 maart 2011

Zomertijd of langer licht

Kijk zie hoe de klok
een uur vooruit wijst
en iedereen zegt dat
het langer licht blijft

Ik lag ze allemaal
vierkant uit rondt
de dag tevreden af
en lach in mijn vuistje

zaterdag 26 maart 2011

Opruimen

We boenen de resten
van de laatste tijd weg
vegen de vloer weer aan
en zwabberen het na

Elke hoek ademt nog
je geur normaal zou
ik zeggen dat het stonk
maar snuif ik zoete geur

vrijdag 25 maart 2011

Fantoompijn

Een lege gang
als ik beneden
kom voel ik niet
de snuit dralen
om mijn benen

Bij het smeren
van het brood geen
gevaar voor mijn
voeten waarover
ik dreig te vallen

Als ik op de bank
plof niet omzien
of ik niet op een
staart val of een
neus moet ontzien

Bij de thuiskomst
niet die kwispel en
de twinkeling in de
ogen blij om je weer
te zien na lange tijd

Nu staart een baas
verdwaasd rond op
zoek naar zijn hond
hij vindt fantoompijn
overal waar hij komt

donderdag 24 maart 2011

Gouden hemel

Wat ben je mooi
als je wakkert
de slaap sluiert
wolkjes traag weg

Vergeet alles
blaas de lucht in
de verte voort
en adem uit

Ik droom terwijl
ik wakker ben
verandert in
gouden hemel

woensdag 23 maart 2011

X

Dan zie ik je nog
genieten van de zon
die nog nasmeult
in je haren op je kruin

Dan weet ik ook dat
het bijna niet meer zo
is je staartje dat
kwispelt als ik thuiskom

Moeizaam komt je
kop omhoog en kijkt
met diezelfde blik die
mij altijd begrepen heeft

X

dinsdag 22 maart 2011

Vroege lentedag

Gedachtenloos wrijf
je de slaap uit de ogen
je hoort de nacht nadreunen in je hoofd

De merel is eerder
wakker dan jij en
zingt de ochtend
hoog uit zijn lijf

Goedemorgen is
zijn lied de dauw
drijft de kramp uit
de tenen en stijgt op

Nooit te laat voor
de forens die zijn
fiets hoort rammelen
in de echo van de huizen

maandag 21 maart 2011

Zomertijd

Ik legde mijn hoofd
op tafel en hoorde
hoe mijn hart bonsde

Ik sloot mijn ogen
en merkte dat ik
vergat ademhalen

In paniek hapte
ik adem binnen
en voelde leven

Volgende week staat
het licht later op
en wij juist eerder

zondag 20 maart 2011

Luchtjes

De lucht klaart mooier
met een monument
ervoor spreekt de
hemel zonder wolkjes

Ik geloof niet in die
onzin een facade is
slechts een uiterlijk
ook al is die mooi

Ik tuur in gedachten
naar mijn eigen gracht
met de naam van hier
en zie dezelfde lucht

zaterdag 19 maart 2011

Brood

Kerstbrood, paasbrood
pinksterbrood het schap
de Lidl bedekt met stol

Een beetje boter smeert
op het feestbrood de
spijs, rozijnen en passie

De een hongert zich tot
christus opstaat uit de dood
een ander feest het brood

De koffie vermengt zich
met het zuurdesem en
drukt lijden in feestvreugde

De doos brood verdwijnt in
het karretje van gedachten
proef ik mijn kiezen malen

vrijdag 18 maart 2011

Lied van de ekster

Zilver kijkt me aan
zingt hoge fluiten
vallende spiegels

Gillen de snavel
mompelend geluid
vanaf de dakgoot

Wit en zwart turen
om zich heen vertelt
de regen vandaag

Sombere vogel
zit daar alsof hij
zegt wat een rotweer

donderdag 17 maart 2011

Kraaiennest

Broeden kan niet
hoog genoeg voor
ons lijf takken

We broeden de
kou uit ons gat
tot lust vergaat

De lucht kleurt met
onze veren
donker dreigt druk

Broeden we tot
het een ons weegt
en jij weg bent

woensdag 16 maart 2011

Bureauwerk

Overal waar ik ben
kijk je me aan en
knipoogt vol begrip

Het licht lucht op
de bureaustoel
hapert als ik schuif

De muis piept onder
mijn hand en ziet
de pijl verkeerd gaan

Buiten knijpt de zon
een oogje toe als ik
droom om daar te zijn

Spelevaren op de
maat van het voorjaar
en de wind buiten

Dan roept de telefoon
om hulp en maakt
het werk weer wakker

dinsdag 15 maart 2011

Steeds verder weg

Geen stad te groot
dit hier is een gehucht
er gebeurt niks
en niemand leeft

De stad slaapt
bekrompen gaapt
en dwaast wollig
om zich heen

Helaas verdwijn
je steeds verder
weg van mij en
treint rails lang

Onder mij door
zoek ik tussen
bielzen waar ik
je kwijtraakte

maandag 14 maart 2011

Zwevend geluk

Vanmorgen bij het
wakkeren zag ik de
dekens bewegen
traag op je slaap

Omhoog en omlaag
het licht piepte naar
binnen op de hoge
tonen van de koolmees

Ik denk niet dat je
het merkte maar mijn
geluk zweefde daar
kort boven die lakens

zondag 13 maart 2011

In gedachten teruglopen

In gedachten loop
ik terug naar de
plek waar ik net liep

Ik zie een frietkot
in het doorzichtig
tentzeil staan vier

Gedaanten gedwee
wachten op een portie
patat met mayonaise

De wind slaat zoet
in mijn zij en duwt
het ritme iets terug

Dan ga ik de dijk
af Polderland Garden
of Love and Fire

De wind wakkert
mijn snelheid weer
wat aan en maakt

Dat ik wakker
en denk al terug
aan de frituurtent

Op de dijk zonder
huizen alleen wind
gras en zwart asfalt

Als ik van Amerika
droom zie ik totale
eenzaamheid opdoemen

Een dijk een weg een
auto en verder alleen
stemmen van de wind

zaterdag 12 maart 2011

Echt waar

Ik kan je recht
de ogen zien
zonder dat ze
mij verblinden

Je schudt schaamte
van je af ik
zie meer dan ik
zou willen zien

De spanning wint
van wat er echt
schuilt achter de
volle deken

Ik kijk nog een
keer heel goed je
glimp zegt dat je
echt waar mooi bent

vrijdag 11 maart 2011

Waterpokken dag 3

Overal jeuk jeuk
elke bult ademt
een nieuwe jeuk
drukt tegen de
huid jaagt op tot
kriebelende krabbel

Geen moment dat
die jeuk je even in
de steek laat en je
aan je lot overlaat
blijft gewoon door
sijpelen onderhuids

Als dan even de
verlichting binnen
klopt met de hand
die de zalf wat
uitsmeert over de
jeukende bulten

Klaart de lucht kort
op om zodra je weer
gaat zitten weer volop
in beweging te komen
warm klopt de huid
bulten naar buiten

Ik wil geen waterpokken
roep je maar je weet
net als ik dat de wens
groter is dan de
werkelijkheid die zich
onderhuids schuilhoudt

donderdag 10 maart 2011

Ochtend of avond

Je slaat de deken
van je af zet het
beste beentje uit
bed komt overeind

Je wrijft de laatste
slaap uit de ogen
en voelt hoe de dag
naar binnen gluurt

Ik denk al vooruit
hoe de dag straks is
moe van het werk
eindelijk het bed in

woensdag 9 maart 2011

Waterpokken

Een bult maakt nog
geen waterpokken
maar als langzaam
de huid bont kleurt
dan verandert een
gladde huid in kriebel

Ik voel de jeuk van
weleer opkomen
blaasjes die open
knappen en de kraters
die in de huid slaan
zonder enige genade

dinsdag 8 maart 2011

Waarom zijn wij hier op aard?

Vooruit hol ik
weg van de hei
naar mijzelf toe

Waarvoor ben ik
op deze aard
en wie ben ik

Uitgeheid taai
ik geheid af
en zoek niet meer

De zon ziet niet
om maar kijkt door
het donker heen

Dankzij de zon
zijn wij hier en
zonder haar niet

Zo drijft iets heel
ver weg warm en
licht om ons heen

maandag 7 maart 2011

Andere kant

De ene kant
is de andere
niet maar licht
dezelfde kleur

Aan de ene kant
wuift de zon
gedag terwijl de
andere dag zegt

Morgen is alles
andersom en snift
het laatste stukje
nacht mee in licht

Op tijd

De kou jaagt de
nacht weg en gooit
het raam open
dikke jas aan

De dag begint
veelbelovend
de omroeper
roept vertraging

Op dit station
vindt extra
controle plaats
houd kaartje klaar

De trein rijdt niet
op tijd alleen
de zon zwaait het
juiste moment

zondag 6 maart 2011

Licht na de duisternis

Als je maar ver
genoeg kijkt zie
je vanzelf wat
er niet gebeurt

Alles wat er dan
nog overblijft zal
een keertje wel
voorbij komen

Vergeet niet dat
licht van dichtbij
heel donker is en
donker heel licht

Net of je meegaat
met de zon zakt
en morgen weer op
te koekeloeren

zaterdag 5 maart 2011

Wij zien het maar doorgronden 't niet

Ineens vloog ik op
zag hoe de boom
voor het huis langzaam
stukken kleiner werd

De hemel lonkte
zwaaide en gebaarde
terwijl ik hoger klom
en dichterbij zag komen

Bijna hoorde ik stemmen
en tuurde nog verder
vooruit het licht in
en ik steeds minder zag

Daarna werd alles
donker en verwisselde
dag zich voor de nacht
en daalde ik diep

Een moment dacht ik
dat alles terug veranderde
de wolken verschoven
diep blauw voor het geluk

Ze zongen de psalmen
zoals ik ze alleen hoor
wij zien het maar
doorgronden 't niet

vrijdag 4 maart 2011

Je bent er heus

Ik probeer meer
van mij te laten
zien en schijn zo
hard als ik kan

Om mij heen drukt
een deken de kou
verder in mijn lijf
briest het windje

Soms glimp je
even door het dek
nog voor ik het
goed zie ben je weg

Dan kijk ik vooruit
en voel hoe je mijn
nek zachtjes kietelt
weet ik je bent er

heus

donderdag 3 maart 2011

Niet jij vertrekt...

Ga maar doe maar
de weg van het
gelijk voert naar
zoete rozen

Adem in en
uit en vertel
mij waarom je
zo graag vertrekt

Vertrok jij maar
dan was ik niet
zo boos en stil
verdrietig hier

In plaats van zelf
te gaan vertrekt
een ander in
jouw plaats naar daar

Stil gewillig
ligt het gelijk
op straat over
de brug ver weg

Gelijk bestaat
niet alleen het
ongelijk dat
aan je hand loopt

In de vorm van
een kind dat met
je gaat omdat
het moet van jou

woensdag 2 maart 2011

Knipoog

Je geeft me nog
een knipoog het
laatste rood groet
de dingen na

Ik mag kort in
je oog kijken
en zie veel meer
dan een streepje

De rest heeft zich
al verstopt in
het gebouw dat
een einde maakt

Van een lichte
dag en voorjaar
schijnt weer weg te
gaan en knipoogt

dinsdag 1 maart 2011

Niks nieuws

Hij staarde over het
veld de kale bomen
keken schalks terug

Ze deinden gedwee
op de maat die de
wind ze influisterde

Niks nieuws maakt
het grijs anders dan
gisteren of daarvoor

In zijn hoofd zoekt
alles gelijkenis maar
kan het niet vinden